Example
Led Zeppelin
Onmogelijke zeppelin



Het kon niet, maar toch ging hij omhoog. Hoger dan men ooit gedacht had; de loden zeppelin. De band begon als The New Yardbirds, eigenlijk als vervanger van de in 1968 populaire The Yardbirds; de groep met Jeff Beck. Er stond nog en tournee door Scandinavië gepland, maar The Yardbirds bestonden op dat moment niet meer; alleen bassist Chris Dreja en gitarist Jimmy Page waren over. Page kreeg de ondankbare taak het contract te vervullen en zocht wat musici bij elkaar. Terry Reid zou de zanger worden dacht hij, maar die weigerde en stelde Robert Plant uit de Band of Joy voor. Die op zijn beurt wist een goede drummer, John Bonham, uit de Band of Joy! Dreja besloot ‘plotseling’ fotograaf te worden, waardoor er opnieuw een vacature was. De vrouw van John Paul Jones hoorde dat en suggereerde haar man te solliciteren; hij bleek welkom. Het viertal begon met repetities en al snel werd duidelijk dat er ‘chemie’ was; het klikte zelfs merkwaardig goed. The New Yardbirds deed de tour zoals gepland en begon bij terugkeer aan een plaat, die losjes gebaseerd was op de bluesy stukken die ze live gespeeld hadden. Alle nummers werden opgenomen en gemixt in negen dagen tijd; Page betaalde alles.

Dreja dook nu net zo plotseling op als hij ging, maar alleen met de boodschap dat de naam om contractuele redenen niet meer gebruikt mocht worden. Ooit hadden leden van The Who geroepen dat een ‘supergroep’ bestaande uit Beck en Page zou neergaan als een ‘lead balloon’; dat leek de heren een aardige naam. Manager Peter Grant haalde de ‘a’ uit de naam: Led Balloon. “Does humor belong in music” vroeg Zappa zich altijd af. Ja, want de ballon werd veranderd in een Zeppelin. Lachen! Maar goed, de naam klonk lekker en bleef. Grant troggelde zomaar tweehonderdduizend dollar los van Atlantic Records, een jazz & blues gerelateerd label. In 1968 was dat een ongekend hoog bedrag, maar op advies van Dusty Springfield (het gaat soms vreemd in de muziekhistorie) stemde de bazen van Atlantic toe, zonder de band ook maar gehoord te hebben! Dat verhaal heb ik vaker gehoord. Heel bijzonder in het contract (dank Grant) was dat de band zowat in alles zelf kon beslissen. Daarom werd Superhype opgericht, een eigen maatschappijtje.

Het eerste optreden was op 14 oktober 1968, daarna ging de band richting Amerika. De eerste plaat Led Zeppelin, kwam daar ook het eerst uit, op 12 januari 1969. Engeland volgde pas op 31 maart. De foto achterop de hoes werd genomen door…. Dreja! De lp was succesvol en steeg tot respectievelijk nummer 10 (USA) en 6 (UK). Daarna ging het heel hard. Led Zeppelin II kwam uit (1969) met als begeleidende single Whole Lotta Love. Dat was het allereerste plaatje dat ik ooit zelf kocht. Weinig geld natuurlijk als dertienjarige, maar dit was het begin van een alsmaar groeiende muziekcollectie. Wel werd ik meteen bedonderd, want ik vroeg de lange versie, maar kreeg de korte. Ik had al snel door dat platenverkopers ook niet altijd verstand van muziek hadden. Daar zou ik ze nog vaak mee om de oren moeten slaan. De muziek kenmerkte zich door de kanonslagen van Bonham, de gierende gitaarsolo’s van Page, de heavy bas van Jones, vaak aangevuld met de baspedalen van het Hammondorgel en de absurd hoge stem van Plant. Voor velen de moeder der heavy metal bands, maar eigenlijk meer een heavy blues band. In ieder geval genoeg zwaarte om als voorbeeld te dienen voor tal van andere bands. LedZep of Zep groeide en groeide in populariteit, maar was niet bij iedereen geliefd. Wereldwijd was er een soort Zep-gevoel; je had die klik of niet, als je die had was je virtueel lid van een grote én warme groep.

Na twee kwam drie, met die mooie hoes met draaischijf en voor het eerst met akoestische nummers. De stadions vulde zich met meer en meer mensen, en moesten dus groter, de show moest daarom groter en langzaamaan werd de groep “the biggest band in the world”. Daar zit ook een schaduwkant aan, want hoe ga je daar als mens mee om? Drank, drugs, seks, groupies, excessief gedrag zoals hotelkamers in puin slaan, tv’s uit het raam gooien kunnen het gevolg zijn. Vaak stonden ze stomdronken op het podium, maar op een of andere manier kwamen ze daar mee weg.

Nummer vier, het album zonder titel, maar mét Stairway to Heaven erop, kwam uit op 8 november 1971. Nog steeds hoort die in de Top 20 van meest verkochte platen allertijden (overigens rond een bescheiden elfde plek – de lijst wordt aangevoerd door giganten als Michael Jackson, Pink Floyd en merkwaardig genoeg AC/DC). Na ‘vier’ kwam niet vijf, maar Houses of the Holy (1973).

Tijdens de tournee daarna braken ze het record bezoekers voor één band. Dat stond op naam van The Beatles (1965), maar in Tampa Stadium, Florida, speelde Led Zeppelin voor 56.800 fans in incasseerde en passant $ 309.000. De show werd gefilmd, maar kwam pas later en in bewerkte versie uit als The Song Remains the Same (1976). Tijd voor een korte pauze en tijd om een eigen label op te zetten: Swan Song. In 1975 volgt Physical Graffiti. Opnieuw een succes, zelfs zodanig dat alle andere Led Zeppelin platen weer in de lp-lijsten verschijnen. Een indicatie: Earl's Court in Londen, de grootste ruimte om op te treden in Engeland, is vijf avonden achter elkaar uitverkocht.

Het kan niet beter lijkt het, maar meestal gaat er dan iets mis. In augustus 1975, net voor een Amerikaanse tour, krijgen Plant en zijn toenmalige vrouw Maureen tijdens een vakantie een ernstig auto-ongeluk. Maureen haalt het net, Plant breekt alleen zijn enkel en heeft andere ‘minor injuries’. De tournee wordt afgezegd en de groep neemt de tijd om nieuw werk te schrijven voor Presence (maart 1976).

In 1976 is Led Zeppelin ‘groter’ dan wie ook, zelfs The Rolling Stones moet de groep voor zich dulden. Niet iedereen is tevreden over Presence, het geluid is anders en Page lijkt veel last van zijn heroïneverslaving te hebben, waardoor de glans er een beetje af is. Hij ontkent. Omdat er geen tournees zijn brengt de groep de live-plaat the Song Remains the Same uit als speelfilm en als soundtrack. Zowel fans als critici reageerden lauw, het was niet was men verwacht had.

In 1977 was Plant voldoende hersteld en ging men weer on the road. Meteen was er een nieuw record, de Pontiac Silverdome in Michigan was vol, 76.229 bezoekers voor één band. Goed voor een vermelding in het Guinness Book of Records. Maar over deze tour hing een schaduwrandje; er waren vaak geluidsproblemen, relletjes, arrestaties en Bonham werd, net als enkele leden van de crew, opgepakt wegens geweld. Maar het werd erger: Plant kreeg plotseling de mededeling dat zijn zoon Karac aan een keelvirus overleden was. De hele tour werd onmiddellijk afgelast en gaf daarmee aanleiding voor roddels over het voortbestaan van de band. Daar kwam geen eind aan met het nieuwe album In Through the Outdoor (1978). Ja, het kwam op één, maar niemand liep er echt warm voor. Wel kwamen alle andere platen opnieuw in de hitlijsten.

In 1979 trad de groep weer op, na een warming up was het eerste concert tijdens het Knebworth Music Festival. Het bezoekersaantal de eerste avond oversteeg de honderdduizend... Tijdens een concert in Nürnberg (1980) viel Bonham tijdens het derde nummer van zijn kruk en werd daarna snel afgevoerd naar een ziekenhuis. “Alcohol en drugs” sprak het volk, “teveel gegeten” sprak de band. Op 25 september 1980 vinden John Paul Jones en nieuwe tourmanager Benji Le Fevre Bonham dood in zijn bed; gestikt in zijn eigen braaksel, waarschijnlijk als gevolg van overmatig drankgebruik. Op 4 december komt er een kort persbericht van de band waarin staat dat de band niet meer verder kon zoals eerder; dat was daarmee het einde van Led Zeppelin. Na een korte pauze volgen solo- en duo-projecten. In 1982 komt de laatste Zep-plaat uit: Coda, met daarop wat restnummers en een lange drumsolo: Bonzo’s (de bijnaam van Bonham) Montreux.

In 1985, 13 juli, is er een reünie voor het Live Aid Festival met als vervangende drummers (!) Tony Thompson en Phil Collins. Het klonk niet best, men had niet voldoende kunnen repeteren, Page’s gitaar was steeds vals en Plant niet goed bij stem. De volgende gelegenheid om iets van de band te zien en horen was 14 mei 1988, tijdens het Atlantic Records 40th Anniversary concert met ditmaal Jason Bonham, de zoon van, op drums. Ook dit concert was teleurstellend. Daarna werkten Page en Plant voor een MTV’s Unledded project en dat leverde No Quarter op, een mooie plaat met nieuwe en bewerkte Zep-nummers. Ook kwamen nog enkele compilatie en live cd’s uit (vooral die van de BBC is uitstekend), enkele boxen met remasters, maar tot 2007 was het vooral stil. 10 december 2007 was de Ahmet Ertegun Tribute Concert (de oprichter van Atlantic Records) in de O2 Arena en zou Led Zeppelin een allerlaatste keer optreden met opnieuw Jason als drummer. Er was plek voor twintigduizend personen, maar niet gerekend was op de twintig miljoen (!) aanvragen voor een ticket. Opnieuw een record in het Guinnes Book. Dit keer ging het allemaal wel goed en werd er een meer dan uitstekend concert gegeven, waarbij alles op zijn plek viel. Page soleerde als vanouds, misschien beter wel zonder zijn verslaving. Plant’s stem haalde de hoge noten dan wel niet meer, maar had meer rijpheid, Jones speelde zowel de fretloze bas als het nep-Hammond orgel met veel verve en Jason had de avond van zijn leven. Zijn grootste wens, Rock & Roll live spelen met de andere drie heren, ging nu in vervulling en hoe! De fans hebben er lang op moeten wachten, maar op 17 oktober 2012 was daar eindelijk Celebration Day, in maar liefst negen verschillende versies, van dubbel cd tot en met dubbel cd met daarbij blu ray en dvd. Van de beelden spat het plezier af; het begint nog wat aarzelend, maar na een paar nummers krijgen de heren het te pakken en wordt er een weergaloze show neergezet. Kunnen die andere bijna twintig miljoen en meer ook eindelijk zien wat ze hadden willen zien; ze worden niet teleurgesteld!

Ook al had iedereen het naar zijn zin, nieuwe concerten of andere reünies zijn niet aan de orde. Wel heeft Page aangekondigd dat alle albums in 2013 opnieuw uitkomen met daarbij "substantial stuff", zoals onbekend studio- en live materiaal. Zucht. Voorlopig hebben we genoeg te genieten met het concert uit 2007 en zitten we met de Zeppelin in de zevende hemel of daaromtrent.

 
tekst: Paul Lemmens, januari 2013
plaatjes: © Swan Song/Atlantic