Example
Tim Blake
Kosmische lichtgids



Space sounds and bubbles afkomstig van een ‘Synthia Size A’ oftewel de ‘Crystal Machine’. Dat zou zo de omschrijving kunnen zijn van Maankruid’s werken. Tikkeltje vreemd allemaal? In muziekland is eigenlijk niets zo vreemd als het lijkt. Laat je door de kosmos leiden door het licht van de vuurtoren zodat je weet waar je bent en open je hart…
Maankruid is de ‘Nederlandse vertaling’ van Moonweed, oftewel Hi. T. Moonweed, de bijnaam die Tim Blake in de band Gong kreeg. Zijn muziekinstrumenten: synthesizers, waaronder de EMS Synthi A. en als je dat een beetje à la Gong’s oude voerman Daevid Allen bewerkt wordt dat natuurlijk de synthia-size-a. In Gong, maar ook in Hawkwind en natuurlijk op zijn eigen albums zorgt Blake voor de space-geluiden en de bubbels zijn ‘voertuig’ om in die kosmos te komen, maar de reis gaat niet altijd even voorspoedig.

Timothy Charles Gorrod Blake is geboren op 6 februari 1969 in Londen, Shepherd’s Bush. Blake had als kind al interesse in kunst en techniek. Hij volgde een korte opleiding als leerling in een studio en volgde parallel een studie aan de ‘Arts Educational Trust’ in Londen. Een van d medestudenten is Celia Humphries. Via haar ontmoet Blake Thomas Crimble en Simon House (beide musici en later in Hawkwind) en wordt hun ‘roadie’. Blake regelt voor de heren een concert in All Saints Hall. Daarmee bepaalt hij op dat moment eigenlijk de start van Hawkwind, want zo noemt die groep musici voortaan. Tot op de dag van vandaag is Blake verbonden met Hawkwind, soms zelfs als lid van de groep. Op het moment dat Hawkwind’s Dik Mik een EMS VCS3 koopt is Blake aanwezig. Dik Mik: ‘With your (Blake is dat) musical knowledge and this machine I’ll be out of the job.” Zo’n vaart liep het niet. Door een reeks vrienden komt Blake in contact met muziek van Luciano Bério, Pierre Henry en Walter (nu Wendy) Carlos. Diens/haar cd ‘Switched on Bach’ maakte heel wat creativiteit los, vooral het instrument dat Carlos bespeelt trekt hem aan: de Moog Synthesizer. Door deze kennismaking bijt Blake zich meer vast in de techniek en wordt definitief geluidstechnicus. Zijn bijnaam in die tijd: ‘Gollum’ (Tolkien’s In de Ban de Ring creatuur).

De eerder genoemde Daevid Allen is in 1971 bezig met zijn eerste soloplaat: Bananamoon of Banana Moon. Blake is de geluidstechnicus in Marquee Studios. Allen is onder de indruk van Blake als technicus en als persoon en vraagt hem of hij niet naar Frankrijk wil komen, Gong’s thuisbasis op dat moment, om live-geluidstechnicus bij Gong te worden. Blake ziet dat niet zo zitten, hij is dan al bezig zelf muziek te maken met hulp van een EMS synthesizer. Die EMS was Engeland’s populairste synthesizer. Bedacht en gebouwd (1969) door Peter Zinovieff, Tristram Cary en David Cockerell. Vooral de VCS3 was een veelgebruikte, onder anderen door bands als Pink Floyd, Tangerine Dream, Kraftwerk, Brian Eno, Jean-Michel Jarre én Tim Blake. Een modulair model (zelf meerdere onderdelen aan elkaar koppelen) was de EMS 100 en een heel handzame, in een soort aktetas(!), was de Synthi A.
Blake was een van de eersten die met de synthesizers van EMS werkten en had daarin niet alleen een voortrekkersrol, maar ook een als technicus, want hij begreep heel goed hoe die soms helse machines werkten.

Grappig genoeg maakte Blake’s werk op synthesizers het voor Daevid Allen nog aantrekkelijker om hem in de Gong te vragen en hij bleef dus aandringen. In 1972 zegde Blake eindelijk toe. Zijn toetreding tot Gong had voor die band enorme gevolgen, want het maakte de band tot een echte ‘spaceband’, want met de omlijsting van al die bubbles en kosmische geluiden werd het verhaal van Allen over die merkwaardige, onzichtbare, groene planeet perfect geïllustreerd. Blake was nu een van de allereerste die de EMS live on stage ging gebruiken.

Als muzikant is Blake te horen op misschien wel Gong’s belangrijkste set, het drieluik ‘The Radio Gnome Trilogy’, verdeeld in 'Flying Teapot, Angels’ Egg en You. Naast Allen is Blake de enige muzikant op dat moment in Gong die voor alle drie de albums stukken heeft gecomponeerd. Dank Tim! Allen gaf hem, net als de rest van de groep, een bijnaam: Hi T. Moonweed. De verklaring ligt voor de hand.

Deze periode in Gong’s lange historie kent een sterke bezetting met sterke karakters. Die karakters botsten regelmatig met elkaar en dat maakte het spelen niet altijd even prettig, De band leefde op dat moment als een commune in een oude boerderij in Frankrijk, waardoor ze ook buiten de optredens tot elkaar ‘veroordeeld’ waren. Niets mis met een bepaalde visie natuurlijk, maar je moet het wel allemaal aankunnen. Blake kon dat uiteindelijk niet en verliet de band in 1975. Het zo specifieke geluid van Gong werd daarna heel wat aardser en ging eerder richting fusion dan space.

Er was in 1975 nog wel een Gong-achtig staartje. Keyboardspeler Cyrille Verdeaux (ex ZNR) mocht voor Virgin Records een album opnemen: Clear Light Symphony. Over het wel en wee van Clearlight kun je elders op de LemonTree lezen. Hoe dan ook, het was een hele onderneming en Verdeaux, een bekende van Gong, vroeg Gong-musici om hulp. Op kant A van de lp horen we dan ook Steve Hillage, Didier Malherbe én Tim Blake. Blake is niet alleen synthesizerspeler, maar ook technicus en producer. Op de derde lp, Les Contes Du Singe Fou (1977), doet hij ook nog eens mee, maar dan zonder de Gong maatjes en alleen als synthesizerspeler. In 2014 vond er een soort reünie plaats met oude Gong-leden en maakte Verdeaux ‘Impressionist Symphony’. Alle drie de heren zijn opnieuw present. Blake speelt naast synthesizers de Theremin. Daarover later meer. Op de plaat doet ook Christian Boulé (gitaar) mee en ook die komt later terug in het verhaal.
In 2014 verscheen van Verdeaux het album ‘Delired Cameleon Family’. Daarop doen zowel Blake als Boulé mee. Maar in de geest van de tijd is het een opname die dateert van de periode voor Clearlight Symphony. Lees het verhaal over Clearlight maar eens.

Na Gong wilde Blake solo verder. Onder de naam ‘Crystal Machine’ begon hij een reeks spectaculaire optredens. Spectaculair, omdat hij de allereerste was die gebruik maakte van lasers als onderdeel van de lichtshow bij zijn muziek. Hij deed dat samen met lichtdeskundige Patrice Warrener. Zij noemden de gebruikte Spectra Physics 164 Argon Laser, de ‘Crystal machine Projector’. Tot op de dag van vandaag werkt Blake samen met Warrener. Deze laatste werkt nu met het ‘Chromolithe Illumination System’.
De optredens die het duo gaf waren altijd aanleiding voor speculaties. Blake verscheen in een oude, afgeraagde ambulance met daarin zijn synthesizers. Na het zien daarvan vroeg men zich af of het allemaal wel goed kwam. Het kwam altijd goed!

Een neerslag van de concertreeks kwam terecht op Blake’s eerste soloalbum: Crystal Machine (1977, Egg Records). De stukken zijn bijna allemaal live-opnamen. Egg was een klein, nog onbekend label, in feite een sublabel van Barclay. De eerste plaat werd niet heel goed gedistribueerd, maar voor mij voldoende, want ik kocht die zo gauw hij in de winkel lag. Als liefhebber van Gong wist ik onmiddellijk wie Tim Blake was, daarnaast zag de hoes er aanlokkelijk uit. De muziek bleek net zo. Veel meer dan Gong kwam Blake’s eigen visie hier naar voren. Ik vond het een sterk album en liet mij lekker meeslepen door alle synthetische klanken en ritmes, zoals - bijna in de geest van Mondriaan - Last Ride Of The Boogie Child.

Bij de geremasterde versie van de cd in 2017 komen drie bijzondere tracks bovendrijven. Eén is de single die bij de release van Crystal Machine in Spanje uitkwam. Op de single, kant A staat een korte versie van Synthese Intemporel, op kant B gaat dat verder. Voorwaar een bijzonder iets, maar nog leuker is de track ‘Surf’, ook afkomstig van een single, maar dan niet onder eigen naam, maar onder die van de ‘Saratoga Space Messengers’! Een van zijn meest gezochte muziekstukken, aldus de cd-bijsluiter. Of die ooit op de radio geweest is?
Het verhaal van het verloren nummer is dat van een strijd tussen twee platenlabels. Blake zou zijn eerste plaat opnemen voor een Frans label, Isadora. Maar… Virgin Records stuurde een advocaat, want Blake bleek bij Virgin onder contract te staan. Zelfs een schuilnaam hielp daar niet aan. Zijn studiotijd werd volgens zeggen ingenomen door David Bowie, die daar Low opnam.
Met de liveband wilde het ook al niet lukken. Blake zou gaan toeren met Basil Brooks en Christian Boulé. Tijdens de eerste oefensessie werden ze door Virgin gebeld, ze boden beide heren een goed betaalde job aan in de band van…. Steve Hillage! Gelukkig kon Blake zo’n deal met Virgin sluiten dat zijn eerste plaat op het sublabel van Barclay uit kon komen.

Een jaar later kwam de opvolger al: Blake’s New Jarusalem (Egg, 1978). Voor velen dé Blake-plaat, maar ik hou het nog steeds bij Crystal Machine. Misschien kwam het toen wel door de plotselinge vocalen. Blake is niet een superzanger en zijn stem is nogal ‘dun’ te noemen. Ik hoorde liever instrumentale albums. Anno nu is dat wel veranderd, maar, waarschijnlijk alleen al om puur nostalgische redenen, is Crystal Machine nog altijd favoriet.
New Jerusalem werd in echte Gong-traditie opgenomen bij diverse volle manen in Ridge Farm, Sussex, aangevuld met studiowerk uit Barclay Studio, Parijs. De titel komt van een gedicht van William Blake, een naamgenoot of meer?
New Jarusalem heeft vier tracks op lp-kant A en één lange track, de titeltrack op de B-kant. Op het album wordt Blake geassisteerd door een dan nog onbekend artiest, de blinde Jean-Philippe Rykiel. Met hem zo Blake blijven werken. Rykiel speelt keyboards, mini-Moog en piano. Hij werkte als kind eenmalig met Miles Davis, maar is bekender geworden door zijn samenwerkingen met Salif Keita, Lama Gyurme en Youssou N'Dour.
Lighthouse is met de kennis van nu dé track van het album. Blake voerde het vaak uit, ook met Hawkwind, nadat hij toegetreden was tot die band. Dit geldt overigens ook voor de titeltrack.
Bij de re-release in 2017 staat als bonus, The Woodland Voice, kant B van het toen uitgebrachte singletje met op kant A; Generator Laser Beam. Daarnaast twee demo’s, die eerder uitgebracht waren op de cassette (!) met de prachtige titel ‘Waterfalls from Space’.
New Jarusalem is een bedachtzame plaat vindt Blake. Zijn eerste was een nogal ad hoc samengestelde; over New Jarusalem heeft hij lang gedacht en zorgvuldig gewerkt.

Rondom deze twee albums gaf Blake een hele reeks concerten in Europa en zelfs Japan. In 1979 stond hij als hoofdact op het gerenommeerde Glastonbury Festival.

Ook uit 1978 komt de samenwerking met Nik Turner op diens project ‘Sphynx’, Xitintoday met fluitopnamen uit de grote piramide (dit verhaal is elders op de LemonTree te lezen). In feite is het een album in het kader van Gong meets Hawkwind. Aan Gong’s kant doen mee Steve Hillage en diens vrouw Miquette Giroudy en bassist Mike Howlett (ook die van de trilogie). Andere bekende namen op deze plaat zijn Morris Pert (Brand X), Harry Williamson (Daevid Allen, Anthony Philips -die zat in Genesis) en Alan Powell (Chicken Shack en Hawkwind). Jeremy Gilbert (ook Anthony Philips). De hoes is van Barney Bubbles en die komt weer uit Hawkwind.

Aan het eind van de tournee heeft Blake even genoeg van het alles regelen rondom zijn persoon. Ver weg thuis, bij zijn vriendin roept hij uit dat als nu een goed geregelde band zou bellen hij onmiddellijk zou overstappen. Niet heel veel later gaat de telefoon, of Blake in Hawkwind zou kunnen komen spelen… Net als bij Gong speelt hij de synthesizers en helpt mee met componeren. Met Barclay had Blake de prettige deal dat hij binnen Hawkwind ‘gewoon’ zijn eigen werk mocht spelen en deed dus ook.
Blake bleef niet heel lang, een klein jaar, daarna keerde hij terug op zijn eigen pad. Het klikte niet echt goed, men vond dat hij teveel aan de telefoon zat. Dat zijn vriendin een risicovolle bevalling had ingezet wisten ze niet. Zonder hem vertrokken ze uit het hotel. Blake had na deze actie voor even genoeg van de hele muziekbusiness.
Later zou hij nog regelmatig gast of kortdurend lid zijn van Hawkwind, maar vanaf 2007 toch permanent; ouder en wijzer. Hij speelt de ‘Theremin’ en noemt dat zijn ‘Virtual Lead Guitar’.

De Theremin is een ‘elektronisch’ muziekinstrument. Het is bedacht door Lev Thermen in 1920(!). Thermen, Rus, noemde het apparaat de Thereminovox. Thermen werd bekender als Leon Theremin en zijn apparaat dus als de Theremin. De Theremin is een klein kastje met twee antennes. De rechte antenne is voor de toonhoogte (vijf octaven) de ronde voor het volume. Het geproduceerde geluid klinkt aangenaam in de oren en werd al snel gebruikt in vroege fantasy of science fiction films of in griezelfilms voor de ‘enge’ geluiden. Het is geen makkelijk apparaat om te spelen. Een van de meest gewaardeerde bespeelster ervan was Clara Rockmore en later Theremin’s tweede vrouw Lucie Bigelow Rosen. De Theremin is bijvoorbeeld te horen in klassieke composities van Henry Cowell en Edgard Varèse.

In 1977 vindt er een reünie-concert plaats met de ‘klassieke’ Gong bezetting. Klassiek in de zin van de band van de trilogie. Behalve drummer Pierre Moerlen die in 2005 overleden is, is iedereen present. Het concert gaat zo goed dat ze besluiten er later nog een te geven. Door allerlei omstandigheden vindt dat pas in 1995 plaats. In 2006 is de laatste, nota bene in de Melkweg, Amsterdam onder de noemer ‘3rd Gong Family Unconvention (Uncon)’.

Tim Blake woont dan al enige tijd in een oude windmolen, ‘Moulin a Vent de Coet-Bihan’, in Bretagne. In die molen en ver weg van het tumult van de muziekwereld neemt hij in één nacht ‘Magick’ (1991)op. Op Magick (Voiceprint, 2000) gaat Blake terug tot de essentie van zijn muziek. Magick lijkt daarom dichter bij Crystal Machine te staan, mede door de klangfarben.
Opmerkelijk is de titel van de track ‘The Strange Secret Of Ohm-Gliding’, waarmee hij regelrecht terug verwijst naar Gong en het gebruik van glissando gitaren. Dat glissando geluid ontstond door met een metalen staafje over de snaren van de gitaren te glijden, waardoor er een heel spacy geluid ontstond. Samen met de aardse bas en de synthetische bubbels een heel hartverwarmend geluid.

Het duurde ruim negen jaar voor de opvolger kwam: The Tide of the Century (Blueprint, 2001). In de tussenliggende negen jaar was Blake met van alles en nog wat bezig geweest, soms als muzikant, maar soms ook niet. Eén van zijn optredens was tijdens het Alpha Centauri-festival in Huizen, Nederland op 10 april 1999. Daar speelt hij wat nieuw werk. Het is een heel geslaagd concert, zo goed zelfs dat Blake nu echt weer zin krijgt om een nieuw album op te nemen. In tegenstelling tot Magick gaat hij nu heel bedachtzaam te werk en neemt de tijd om het te maken. In dit album laat hij nieuwe muzikale invloeden een rol spelen, muziek van Grieg en Debussy, maar ook van Salif Keita.
Dit album is net als Magick thuis in de molen opgenomen, maar dit keer niet in zijn eentje; Christiane Vitard en haar dochter Marie-Anne (zang), Min Tse Chou (gitaar), 'Stof' Kovaks (analoge synthesizer) en Loys Kerhoas (rap). Het zijn allemaal musici uit de regio. Het is een wat pittiger, rock-achtiger album dan Magick. Het album zet Blake weer op de live-kaart. In 2000 staat hij bovendien bij Hawkwind’s reünieconcert ‘ Hawkestra’ op het podium.

De vaart blijft erin, want in 2002 komt er weer een: Caldea Music II (Synergy Records). Het is in eerste instantie een verwarrende release, want er bestaat geen Caldea Music I (*). Deze plaat is op verzoek van het Caldea Spa Centrum in Andorra gemaakt. Het helend centrum met baden, jacuzzi’s, hammams en ‘relaxation areas’ zocht gepaste muziek. Je zou daarbij eerder denken aan iets uit de hoek van new age muziek, maar Caldea durfde- zou ik bijna zeggen - het aan om Blake te vragen. Blake ging er naar toe om te kijken hoe het eruit zag en maakte meteen gebruik van de mogelijkheden. De artritis in zijn handen konden wel een verwennerij gebruiken.
Hij leverde een prachtig, volledig instrumentaal album af. Ook dit album maakte hij thuis in de windmolen en net als Magick verwijst het eerder naar Crystal Machine dan zijn recente release. Op Caldea twee gasten: gitarist Christian Boulé op glissando gitaar (daar is hij weer!) en Konan Mevel die Catalaanse doedelzak speelt en fluit. Christian Boulé (1951) overleed in 2002, het jaar dat deze plaat uitkwam. Caldea Music II is een meditatief album, dat verwacht men natuurlijk bij zo’n ‘spa’, maar met een Schotse invloed. Blake weet het volkse prachtig te combineren met het synthetische.
(*) Die plaat bestaat eigenlijk wel. In 2000 verscheen op Synergy Records (het label ook van dit album): Caldea Music, maar dan uitgevoerd door de Spaanse synthesizergroep Neuronium. Blake vond het wel een leuke grap om zijn plaat Caldea Music II te noemen.

Net als het allemaal goed lijkt te gaan, muzikaal dan, gaat het goed mis; Blake wordt aangereden door een wel heel erg dronken bestuurder. Blake overleeft het ternauwernood, de ander houdt er blijvend letsel aan over. De agenten die Blake zien hadden niet verwacht dat hij het zou overleven. Maar Blake is taai en heeft na een periode in coma gelegen te hebben meer dan een jaar nodig om te herstellen en het juridisch dispuut rondom het ongeluk te regelen. Gelukkig staat hij in 2006 weer op het podium en wel bij de Gong Conventie in Amsterdam. Hij speelt er niet alleen met Gong, maar ook een eigen ‘Tim Blake set’, samen met Jean-Philippe Rykiel.

Vanaf 2006 maakte Blake zijn albums alleen als download beschikbaar via zijn eigen site. In 2017 sloot hij een deal met Cherry Red, Esoteric Records, om zijn platen geremasterd en voorzien van extra tracks uit te brengen op cd.
Dat heeft als gevolg dat Noggi Tar, voorheen alleen als download op Blake’s eigen site aangeboden, nu ook als album (cd) verschijnt. Noggi Tar stamt uit 2012 en is volgens de bijsluiter “ A digital thesis on Virtual Lead Guitar” en ditmaal opgenomen in Studio Pinsonette. Noggi Tar klinkt als een eiland voor de Bretonse of Schotse kust, zo’n naam uit een Kuifje album, maar het is in feite een woordgrap die het best te lezen is als ‘no guitar’, ofwel geen gitaar. Het is vooral de eerder genoemde Theremin in combinatie met een handvol synthesizers. Noggi Tar is net als Caldea Music helemaal instrumentaal. Het album is opgedragen aan Christian Boulé; vandaar de track Absent Friends.
De grap van het album is dat Blake vroeger gitaar wilde spelen en later regelmatig gebruik maakte van zijn Ax; dat is een synthesizer met een beetje het model van een gitaar. Je hangt het ding ook om je nek en bespeelt het een beetje als een gitaar. Hawkwind’s Dave Brock maakte er een opmerking over die Blake aan het denken zette. Hij bedacht dat het wel vreemd was dat hij met zoveel goede gitaristen gewerkt had en nu een beetje zelf een alsof rol speelde. In zekere zin vindt Blake Noggi Tar een protestplaat, want gitaristen als Brock en Hillage gingen zelf synthesizers spelen! Daarom speelt Blake nu de rol van de no-guitar-player.
Het album, vooral de track, The Zone of Blue Light’ is een terugblik op de periode na het ongeluk. Een periode waarin hij in coma lag; de zone van het blauwe licht. Andere invloeden zijn opvallende gebeurtenissen tijdens zijn reizen en een uit zijn jeugd waarin hij als kind thuis plotseling honderden kraanvogels ziet op een pas omgeploegd veld.

2018 Is het feestjaar voor Tim Blake, want eind dat jaar verschijnt een box met drie cd’s en een dvd: ‘Lighthouse’. Het is een ode aan ‘electronic pioneer’ Tim Blake. In de doos pre-Crystal Machine werken, demo’s, oude films van optredens (1979), live-werk met Hawkwind, stukken Gong en een klein overzicht van eigen werk. Een lust voor het oor en ook een beetje het oog. Een verdiende uitgave ook, want Blake fungeert in de marginaliteit van de muziekscene. Onterecht want hij verdient door zijn muzikale verleden eigenlijk een ereplaats. Men vroeg hem ooit hoe het kwam dat Jean-Michel Jarre, de muzikant waarmee hij nog wel eens vergeleken wordt, veel populairder is. Het antwoord was kort maar krachtig: “Geld!”. Blake moest alles zelf betalen, opnames, projecten en concerten voorschieten, was soms zo arm als een kerkrat, woonde in kraakpanden, maar kon wel zijn muziek maken. Jarre heeft blijkbaar een andere achtergrond. Luister eens naar hun muziek dan is die van Blake vele malen boeiender en avontuurlijker. Lighthouse is de naam van de box; want de naam van de track uit New Jarusalem is inmiddels een nummer dat door veel anderen is gespeeld; het is daarmee dé track van Blake geworden, de track die volgens vriend Rykiel, iedereen zal blijven herinneren. Lighthouse: Laat een beetje de lichtstraal in je hart, zodat je weet waar je bent…

 
tekst: Paul Lemmens, november 2018
plaatjes: © Esoteric Records